x
Buro Bakker is nu onderdeel van ATKB. Andere naam; dezelfde medewerkers, projecten en locatie (Assen). Bereikbaar op 088 - 1153200 Lees meer
DGR is nu onderdeel van ATKB. Andere naam, dezelfde medewerkers, projecten en locatie (Wageningen). Bereikbaar op 088-1153200 Lees meer

Waterschap Noorderzijlvest is initiatiefnemer van de dijkversterking tussen Eemshaven en Delfzijl. Versterking van de dijk is nodig omdat deze op een aantal onderdelen is afgekeurd. Daarnaast is versterking nodig vanwege de ligging in aardbevingsgebied.

Het project Dijkversterking Eemshaven – Delfzijl omvat niet alleen versterking van de zeedijk. Aan dit project zijn namelijk diverse koppelkansen verbonden, gericht op natuur, recreatie, windenergie en landbouw. Er is dus sprake van een gebiedsgerichte en integrale aanpak, met meerdere betrokkenen, waaronder Provincie Groningen.

De dijk grenst aan het Eems-estuarium, dat onderdeel is van Natura 2000-gebied Waddenzee. De dijkversterking leidt mogelijk tot (significant) negatieve effecten op de beschermde waarden van dit Natura 2000-gebied of andere nabijgelegen Natura 2000-gebieden. Daarom was het nodig het voornemen passend te beoordelen. Dit hebben we in opdracht van Provincie Groningen uitgevoerd.

Koppelkansen

Dubbele Dijk
Eén van de meest aansprekende koppelkansen is de realisatie van de Dubbele Dijk. Binnendijks wordt een tweede dijk gerealiseerd. In het gebied tussen de twee dijken wordt zeewater ingelaten. Deels ten behoeve van zilte landbouw, zoals schelpdierkwekerijen, en deels ten behoeve van slibinvang. Het slib dat hier ingevangen zal worden kan op termijn gebruikt worden voor innovatieve toepassingen, als grond- of bouwstof of als bodemverbeteraar. Het is de bedoeling dat het gebied zich vergelijkbaar zal ontwikkelen als polder Breebaart. Dit gebied staat bekend om de rijke vogelwaarden. Het is de verwachting dat ook het slibinvang gebied zich zal ontwikkelen tot aantrekkelijk foerageer- en rustgebied voor steltlopers en eenden.

De zoet-zoutovergang
Aanvankelijk was ook de realisatie van een zoet-zoutovergang bij Spijksterpompen één van de koppelkansen. Op zichzelf een prachtig voornemen waar trekvissen van konden profiteren. Juist deze soorten hebben het moeilijk omdat ze op hun tocht tussen het zoute en het zoete water veel barrières tegenkomen. De realisatie van de zoet-zoutovergang zou ook betekenen dat er binnendijks mogelijk brakwaternatuur gerealiseerd zou kunnen worden. Dit heeft in potentie grote waarde vanwege het voorkomen van zilte plantensoorten en als foerageer- en rustgebied voor vogels.

De zoet-zoutovergang was echter gesitueerd op een locatie waar nu een droogvallende plaat aanwezig is. Op deze plaat komen schelpdierbanken en zeegrasvelden voor. Het hier aanwezige zeegrasveld is de laatste die nog resteert in het estuarium. Zowel zeegras als schelpdierbanken zijn belangrijke biobouwers en daarom van onschatbare waarde voor een goed functionerend Waddenecosysteem. Aantasting van deze waarden zou dan ook zeker als significant negatief effect moeten worden beoordeeld. De aantasting is ook niet te verenigen met de herstelopgave die is geformuleerd voor zeegras en schelpdierbanken in de Waddenzee. Op basis van ons advies en in overleg met de betrokkenen is dan ook besloten om de zoet-zoutovergang niet te realiseren.

Fasering
De dijkversterking houdt in dat er gedurende een periode van maximaal drie jaar intensief gewerkt wordt aan de dijk. Deze dijk grenst aan de geul Bocht van Watum, die vooral voor verschillende eendensoorten belangrijk is als foerageer- en rustgebied. De vogels zijn vooral talrijk langs de noordelijke helft van het dijktraject. Op ca. 1 km afstand liggen de droogvallende platen Hond en Paap. Op de Hond ligt een belangrijke ligplaats voor gewone zeehonden, waar ook veel jongen worden geboren.

Om significante verstoring van vogels en zeehonden te voorkomen worden de werkzaamheden in ruimte en tijd gefaseerd uitgevoerd. Dit geldt zowel voor de werkzaamheden aan de dijk als scheepvaartverkeer door de Bocht van Watum. Door deze aanpassingen is verzekerd dat er geen significante verstoring van eenden en zeehonden zullen optreden.

Positieve effecten op kustbroedvogels
In de passende beoordeling zijn ook de realisatie van een broedeiland buitendijks, ter hoogte van de Eemshaven, de realisatie van een permanente broedlocatie voor kustbroedvogels bij het slibvanggebied en de realisatie van broedstrandjes voor de bontbekplevier beoordeeld. Deze maatregelen zijn gericht op het vergroten van de draagkracht en broedgelegenheid voor kustbroedvogels binnen het Waddengebied. De kustbroedvogels staan onder druk als gevolg van een veelheid aan factoren, zoals een toename van de overstromingskans van kwelders, verruiging van de kwelders, predatie en recreatiedruk op de eilanden. De maatregelen die in het kader van de dijkversterking worden genomen zijn daarom erg positief voor kustbroedvogels. De maatregelen leveren ook een wezenlijke bijdrage aan realisatie van de instandhoudingsdoelen voor kustbroedvogels zoals de visdief, noordse stern, bontbekplevier en kluut.

Resultaat
Provincie Groningen heeft een natuurbeschermingswetvergunning verleend voor uitvoering van de dijkversterking. De uitvoering van de dijkversterking is in december 2016 officieel van start gegaan en zal in 2019 worden afgerond.