Tussen 1995 en 2005 is het terrein rondom de NAM-locatie bij Grijpskerk natuurlijk ingericht. Enerzijds om de locatie af te schermen van omliggende dorpen, anderzijds om het geheel landschappelijk in te passen. De afgelopen twintig jaar hebben zich in het gebied waardevolle natuurwaarden ontwikkeld.
Tegelijkertijd zorgen voortgaande successie van de vegetatie en extensivering van het beheer voor bedreigingen van deze waarden.
In 2016 heeft de gemeente Zuidhorn Buro Bakker de opdracht gegeven om de huidige floristische natuurwaarden van het NAM-park door middel van een flora- en vegetatiekartering in kaart te brengen en bestaande beheer- en onderhoudsplannen te actualiseren en samen te brengen tot één beheerplan.
Veldonderzoek laat zien dat veel van de oorspronkelijke inrichtingsdoelstellingen voor het gebied zijn behaald. Er is een gevarieerd terrein ontstaan met opgaand bos, waterpartijen, rietlanden, ruigten en graslanden. Vooral de natte en droge schraallanden op het terrein hebben hoge natuurwaarden. Verschillende zeldzame en/of Rode Lijst-soorten als Geelhartje, Parnassia en Moeraswespenorchis zijn daar aanwezig. Tegelijkertijd toont de kartering aan dat de gewenste oppervlakte en diversiteit aan soorten- en kruidenrijke vegetaties niet aanwezig is. Een groot deel van de beoogde oppervlakte schraalland is sterk verruigd met soorten als Riet en ruigtekruiden. In potentie is een veel groter areaal schraalland mogelijk dan nu aanwezig is.
In het beheerplan dat Buro Bakker schreef, staan voorstellen om de natuurwaarden van het NAM-park te vergroten. De belangrijkste maatregel is het aanpassen van het huidige maaibeheer om verruiging terug te dringen en graslanden te verschralen. Hierdoor kan het areaal schraallanden met de daarin aanwezige natuurwaarden behouden blijven en uitbreiden. De variatie in bloemen en de insectenrijkdom die dit oplevert zorgen tevens voor een aantrekkelijk beeld voor recreanten.