x
Buro Bakker is nu onderdeel van ATKB. Andere naam; dezelfde medewerkers, projecten en locatie (Assen). Bereikbaar op 088 - 1153200 Lees meer
DGR is nu onderdeel van ATKB. Andere naam, dezelfde medewerkers, projecten en locatie (Wageningen). Bereikbaar op 088-1153200 Lees meer

De gemeente Den Haag heeft 12 Ecologische Verbindingszones (EVZ's) die de grote groengebieden in de stad zowel met elkaar als met het buitengebied verbinden. Via deze EVZ's kunnen planten en dieren zich door de stad verplaatsen en vindt uitwisseling tussen groengebieden in en buiten de stad plaats. Zo wordt voorkomen dat soorten geïsoleerd raken en kunnen populaties duurzaam in stand worden gehouden.

Buro Bakker voert al een aantal jaren monitoring uit in de EVZ's van Den Haag. In 2011 hebben we de monitoring in het gebied Ypenburg verzorgd. Deze jongste wijk van Den Haag heeft een groenstructuur die nog volop in ontwikkeling is. Het hart van de structuur wordt gevormd door twee oude, met bos omgeven plasjes aan de rand van de wijk. Ook de brede, natuurlijk beheerde geluidswal langs de A4 en A13 vormt een belangrijk onderdeel van het ecologisch netwerk.

De monitoring was gericht op flora, zoogdieren, amfibieën, vissen, vogels en insecten. Ondanks de jonge leeftijd van het gebied is de soortenrijkdom op een aantal plekken al opvallend hoog. Bittervoorn en Kleine modderkruiper waren van oudsher bekend in de plassen in de wijk en hebben zich al verspreid in de nieuwe waterpartijen. Het Bruin blauwtje en de Bijenorchis heeft ATKB | Buro Bakker eerder vastgesteld op het nabijgelegen knooppunt Ypenburg. Beide soorten komen inmiddels ook in de EVZ voor. Zo heeft de monitoring laten zien dat de ontwikkeling van de ecologische structuur direct al bijdraagt aan versteviging van populaties zeldzame soorten in de omgeving.

ATKB | Buro Bakker heeft aanbevelingen gedaan aan de gemeente om met kleine wijzigingen in het beheer van het gebied tot een grotere ecologische waarde te komen. Belangrijk hierbij is vooral de fasering van het maaibeheer. Door er voor te zorgen dat steeds een deel van de bloemrijke graslandvegetaties aanwezig is, blijft de verbindende functie voor insecten en alle dieren die afhankelijk zijn van insecten behouden.