Overslaan en naar de inhoud gaan

Onderzoek naar soortenontwikkeling bij langsdammen in de Waal

In opdracht van Rijkswaterstaat monitort ATKB samen met Waardenburg Ecology gedurende drie jaar de ecologische ontwikkelingen in de oevergeulen achter de langsdammen  in de Waal bij Tiel. Daarbij kijken we naar de langjarige ontwikkeling sinds de aanleg in 2015 en naar het mogelijke effect van een verkleind instroomdebiet op de samenstelling en dichtheid van de jonge visgemeenschap, de ontwikkeling van macrofauna en het gebruik van de oevergeulen door stromingsminnende vissen.

De resultaten van dit onderzoek zullen gaan bijdragen aan de verdere planvorming voor het meergeulen-concept binnen het Ruimte voor de Rivier programma.

 

In 2025 onderzochten veldonderzoekers van ATKB en Waardenburg Ecology gedurende enkele maanden de vis- en macrofaunagemeenschappen. In de nazomer hebben onze medewerkers een netwerk van 24 akoestische ontvangers in het studiegebied geplaatst. Vervolgens zijn we gestart met het vangen van doelsoorten (o.a. barbeel en winde). Deze vissen rustten we uit met een akoestische zender zodat we verplaatsingen van de vissen binnen het studiegebied in detail kunnen volgen. 

 

ATKB voerde verschillende vormen van veldonderzoek uit, zoals het zenderonderzoek bij vissen, opzetten van een akoestisch netwerk en, samen met medewerkers van Waardenburg Ecology, de bemonstering van de visgemeenschap (gericht op jonge vis). Medewerkers van Waardenburg Ecology voerden steekbuis- en stenenbemonstering van macrofauna uit en deden onderzoek naar (rivier)priklarven en romboutlarven met behulp van een bodemzuiger.

 

Achtergrond

 

In 2015 legde Rijkswaterstaat in de Waal nabij Tiel drie langsdammen aan over een riviertraject van circa tien kilometer. Daarbij werden de bestaande kribben verwijderd. Langsdammen zijn stenen dammen die parallel aan de oever liggen, in tegenstelling tot kribben die dwars op de stroming staan. Ze verdelen de rivier in een hoofdgeul voor de scheepvaart en een rustigere oevergeul. Zo ontstaan luwe zones met stromend water, die van groot belang zijn voor vissen en ander waterleven. In die oevergeulen achter die langsdammen is er veel minder verstoring van het aquatisch leven door golfslag en geluid van schepen.

 

Deze langsdammen zijn indertijd aangelegd met drie hoofddoelen: betere doorstroming bij hoogwater, grotere vaardiepte voor de scheepvaart bij laagwater en versterking van de aquatische natuur. Naar verwachting worden begin 2026 de instroomopeningen van de oevergeulen aangepast, zodat er minder water doorheen gaat stromen. Dit moet inzicht geven in mogelijke veranderingen in het morfologische gedrag van de rivier. Tegelijkertijd bestaat het risico dat deze aanpassing negatieve gevolgen heeft voor de ecologische waterkwaliteit en de aquatische natuur.

Materieel