De achteruitgang van wilde bijen en insecten is veelvuldig in het nieuws. Eén van de manieren om deze soorten te helpen is het aanleggen van kruidenrijke vegetaties. Dit kan zijn in gemeentelijke of provinciale bermen, op bedrijventerreinen of braakliggende stukken grond of in agrarisch gebied in de vorm van bijvoorbeeld akkerranden. In het kader van dat laatste heeft Buro Bakker voor Agrarische Natuur Drenthe (AND) een advies geschreven voor de samenstelling van kruidenrijke zaadmengsels voor akkerranden.
Bijdrage aan biodiversiteit en agrofunctionaliteit
Bij het samenstellen van een mengsel voor akkerranden spelen twee dingen een belangrijke rol. Enerzijds moeten de plantensoorten die er inzitten een bijdrage leveren aan het vergroten van de biodiversiteit, in het bijzonder van insecten zoals wilde bijen en boerenlandvlinders. Anderzijds kan door het toevoegen van bepaalde soorten, het mengsel de landbouw helpen door zogenaamde agrofunctionele diensten te leveren. Een mengsel helpen met het aantrekken van bestuivers en natuurlijke plaagbestrijders. Zo lokken composieten en schermbloemigen, zoals Vertakte leeuwentand en Duizendblad, veel zweefvliegen en weekschildkevers aan. Deze soorten voeden zich met luizen die gewassen van de akkerbouwers aantasten. Door agrariërs ongewenste soorten, zoals Akkerdistel en Jakobskruiskruid, zijn buiten de mengsels gelaten.
Het oog wil ook wat
Naast bovengenoemde doelen is het ook niet onbelangrijk dat akkerranden er aantrekkelijk uitzien. Opvallende, kleurrijke en grote bloeiers vallen vaak in de smaak bij het publiek en kunnen bijdragen aan draagvlak en waardering voor kruidenrijke randen. Om deze reden zijn soorten als Muskuskaasjeskruid en Middelste teunisbloem toegevoegd aan het mengseladvies. Ook soorten die hun oorsprong elders hebben, maar in Nederland al eeuwen thuis horen in het akkerlandschap, zijn meegenomen in het advies. Dit zijn soorten zoals de Korenbloem en verschillende klaprozen.
Het eindproduct is een advies voor uitgebalanceerd zaadmengsels, waarvan zowel biodiversiteit, agrariërs en recreanten kunnen profiteren.
Foeragerende Pluimvoetbij (Dasypoda hirtipes) op Jakobskruiskruid. Hoewel deze plant vanuit ecologisch oogpunt erg interessant is, is hij door veel agrariërs niet gewenst. De soort is daarom niet opgenomen in het mengsel.