Voor het herstel van trekvissen in de Rijn en de Maas is gedetailleerde kennis over de migratie van deze vissen noodzakelijk. Om deze reden doen Rijkswaterstaat en het Duitse LANUV al vele jaren onderzoek naar de migratie van zalmen in de Rijn. Ook dit voorjaar (2021) hebben visbiologen van ATKB in opdracht van RWS en LANUV weer een groot aantal jonge zalmen voorzien van een NEDAP zender.
Neergang van trekvispopulaties
Volgens de Living Planet Index
voor zoetwatervissen is de omvang van trekvispopulaties in Europa tussen 1970 en 2019 is met maar liefst 93 procent afgenomen. De bouw van stuwen, dammen en waterkrachtcentrales staat bovenaan de lijst van oorzaken voor deze neergang. Zulke obstakels zijn ook in de Rijn een probleem en compliceren de migratie van trekvissen zoals de zalm en zeeforel.
Herintroductie van de zalm
Om de zalmpopulatie in de Rijn te herstellen worden door het Duitse ‘LANUV’ ieder voorjaar duizenden jonge zalmen (smolts) uitgezet in verschillende zijrivieren van de Rijn. Als smolts trekken deze jonge zalmen vanuit de Rijn naar zee, om daar vervolgens een groot deel van hun leven door te brengen. Eenmaal volwassen trekken de paairijpe zalmen weer stroomopwaarts naar de paaigronden om zich voort te planten. Monitoring van terugkerende zalmen laat zien dat helaas maar een klein aantal volwassen zalmen daadwerkelijk hun weg naar de paaigronden weet terugvind te vinden. Een van de mogelijke oorzaken hiervoor is het verlies van een deel van de stroomafwaarts migrerende smolts nog voordat deze de zee bereiken.
Telemetrisch onderzoek
Om de stroomafwaartse migratie van smolts in de Rijn te onderzoeken, worden sinds 2007 elk jaar een aantal zalm smolts voorzien van zenders, zogenoemde NEDAP-transponders, en uitgezet in (zijrivieren van) de Rijn in Duitsland.
Deze zenders worden operatief in de buikholte van de vissen geplaats. Dit inbrengen van de zenders is het werk van specialisten en vereist een speciale vergunning in het kader van de Wet op de Proefdieren.
Net als in voorgaande jaren is het zenderen van de smolts ook dit jaar uitgevoerd door visbiologen van de afdeling Aquatische Ecologie van ATKB. In totaal zijn 125 zalm smolts voorzien van een NEDAP-transponder en uitgezet in de riviertjes de Wupper en de Sieg. Naar verwachting trekken de smolts nog dit voorjaar naar zee. Hun reis stroomafwaarts kan worden gevolgd via een netwerk van detectiestations. Deze stations bevinden zich op strategisch belangrijke plekken langs de Rijn en de Maas, zoals in de monding van zijrivieren, en nabij vertakkingen en waterkrachtcentrales. Zodra een gemerkte vis langs een van de detectiestations zwemt, wordt het individuele ID nummer geregistreerd. Met deze informatie kan worden vastgesteld hoe snel en via welke weg de vis naar zee zwemt en kunnen ook mogelijke obstakels worden geïdentificeerd. Uiteindelijk moet deze kennis ertoe bijdragen dat in de toekomst een steeds groter aantal zalmen vrij via onze grote rivieren kunnen migreren en de Rijn in de toekomst opnieuw huis biedt aan een eigen zalmpopulatie.