Soms kan met een quick scan soortenbescherming de aanwezigheid van beschermde soorten niet worden uitgesloten. Bij soorten die moeilijk met eenmalig veldbezoek zijn waar te nemen, is dan nader onderzoek nodig. Een bekend voorbeeld zijn vleermuizen die overdag diep weggekropen in een spouwmuur of boomholte zitten. Maar ook reptielen of de waterspitsmuis laten zich meestal niet zien. Een speciaal op deze soorten afgestemd onderzoek moet dan uitsluitsel bieden.
Kenmerken van onderzoek
- Het onderzoek is gebonden aan een specifieke periode van het jaar
- Het onderzoek is weersafhankelijk en vindt plaats als de betreffende soorten actief zijn
- Vaak bestaat het onderzoek uit meerdere onderzoeksronden
- Er is een speciale methodiek nodig met bijbehorende apparatuur
Na het vaststellen van potenties tijdens een quick scan soortenbescherming, kan nader onderzoek naar vleermuizen plaatsvinden in het zomerhalfjaar in meerdere ronden. Het onderzoek wordt ’s nachts uitgevoerd met behulp van een batdetector. Dit apparaat maakt sonarsignalen hoorbaar voor de onderzoeker. Onderzoek naar amfibieën vindt plaats in het voorjaar, bij de heikikker zelfs al in maart. Op rustige voorjaarsavonden luistert de onderzoeker naar roepende mannetjes en kan deze aan de roep tot op soortniveau herkennen. Ook vogels, reptielen, insecten en andere soorten kennen hun eigen aanpak.
Wij helpen u graag met uw project
Om zeker te zijn dat nader onderzoek past binnen de planning van uw project, is het verstandig om vroeg te beginnen met een quick scan. We stellen graag een plan op dat aansluit op de planning en procedures van uw project.